Natuur en biologie

Ons lichaam, ons voedsel, het bos, de zee, de bergen, flora en fauna: alles om ons heen is natuur of komt daaruit voort. De natuur is onze afkomst en leert ons over het leven.

 

Ons lichaam vertelt ons veel over wie we zijn en hoe we denken. Wat we eten heeft grote invloed op onze gezondheid, maar ook op onze gevoelens. Die zijn namelijk ook grotendeels bepaald door de biologie: allerlei processen werken samen om gevoelens aan te wakkeren en waarneembaar te maken. Lichaamsstofjes waaronder dopamine, endorfine, adrenaline en cortisol maken hoe wij ons voelen. Hoe we ons bewegen door het leven, bepaalt mede hoeveel invloed deze stoffen hebben. Sommige beschermen ons tegen gevaren.

 

Gebeurtenissen die ons lichamelijk of emotioneel kunnen beschadigen hebben namelijk vat op de amygdala, een kern van neuronen in de hersenen, die voor plotselinge angst en vluchtgedrag kan zorgen. Ons ‘reptielenbrein’, het meest primitieve en oudste deel van onze hersenen, beschermt ons in dat geval, maar zorgt ook voor beperkingen in ons gevoelsleven.

 

 

 

Het reptielenbrein is primair gericht op overleven. Kinderen die door verwaarlozing, trauma of andere ontberingen niet de kans hebben gekregen om een hoger functionerend brein en een evenwichtiger gevoelsleven te ontwikkelen, raken vaak snel gefrustreerd, agressief of bang, en zijn niet in staat om alledaagse problemen het hoofd te bieden. Met hun ‘reptielenbrein’ zijn zij vaker dan andere jeugdigen moeilijk hanteerbaar, impulsief en gevoelig voor verslavingen.

 

Ik zie het als een uitdaging om met deze kinderen te werken aan het ontwikkelen van nieuwe vaardigheden om met emoties om te gaan, en om ook de ‘hogere’, meer verstandige en gewetensvolle delen van hun hersenen te leren gebruiken. Ontsporing, vroeg of laat, ligt hier immers op de loer…

logo_icon